Goed, ik beschik hier dan niet over een tv om naar het veldrijden te kijken, maar de radio is toch ook wel behoorlijk amusant om alles te volgen. De uitzendingen komen ook wel met alles erop en eraan. Interviews voor de start, enthousiaste live-commentaar en bovenal ook interviews met Lucien Wellens, terwijl hij aan banden aan het sleutelen is. En als de wedstrijd wat stilvalt, leuteren Carl Berteele en Christophe Vandegoor alles wel vol. En dat immer op een hyperenthousiaste toon. Topmoment, het moment waarop Carl uitriep : "Kevin Pauwels komt weer aansluiten, de altijd immer timide, weinig zeggende Kevin Pauwels. Wat is hij toch weer goed vandaag." Het klonk alsof Carl zojuist vader van zijn eerstgeboren zoon was geworden, zo gelukkig klonk hij. De versprekingen zijn ook altijd grappig. Altijd leuk om iemand 'Kaas Vantornout' te horen roepen. Je komt ook te weten dat er twee honden lopen op de E19 aan de afrit Groenendaal. Geef toe, toch wel passende verkeersinfo voor tijdens een WK veldrijden. Ook fantastisch, hoe de reporters proberen wat visuele info mee te geven, zoals : "Hoho, het shirt van Simunek is opengeritst en dan zien we dat hij wit ondergoed draagt." Op een bepaald moment begon Christophe zelfs mee te hijgen met Boom, opdat de luisteraar toch wel een idee zou hebben van hoe hard Boom aan het ademen was.
Wat ook altijd leuk is, is de rubriek "Wat staat er op de iPod van de atleet". Tijdens het WK mocht Niels Albert zijn muziekkeuze aan de luisteraar bekendmaken. Favoriete nummer van de kersverse wereldkampioen : "Geen wonder dat ik ween van de pijn" van Paul Severs. Sporza radio, altijd dolle pret.
En voor de rest : 't is toch wat met die WK's...
zondag 27 januari 2008
zaterdag 26 januari 2008
CERN
't Is al een tijd geleden dat ik hier nog eens iets heb opgezet, maar dat is vooral te wijten aan het feit dat ik de afgelopen week weg was. Het was weer de tijd van het jaar voor de jaarlijkse winterschool van ons Europese snaartheorienetwerk. Naar aloude traditie (toch al sinds een jaar of drie) vindt die school plaats in Cern. Cern (Conseil Européen de recherche nucléaire) is zowat het Mekka van de deeltjesfysica (zeker voor de experimentatoren, maar ook wel voor de theoreten). Toen ze in de jaren '50 besloten om Cern te bouwen, moeten enkele big shots gedacht hebben dat het wel een leuk idee was om het leven van diegenen die er zouden werken tot een administratieve hel om te bouwen. Ze vonden er dus niets beters op om de hoofdgebouwen in Genève neer te poten, op ongeveer 100 meter van de grens, met bijbehorende douaniers. Daar Genève nu niet zo'n goedkope stad is, verkiezen de meesten om ergens in Frankrijk te gaan wonen. Met als gevolg dat ze dagelijks tweemaal de nodige paspoortcontroles en andere rompslomp mogen ondergaan.
Cern bestaat voornamelijk uit een hele grote ringvormige tunnel, omtrek van 27km, 100 meter onder voornamelijk de Franse grond. Op vier plaatsen wordt de tunnel onderbroken door enorme ondergrondse fabriekshallen zeg maar, waar reusachtige detectoren in worden geplaatst. Om een idee te geven, de grootste detector bevindt zich in een hal waar ook een kathedraal in past. Wat ze van plan zijn om te doen is eigenlijk redelijk simpel. Als alles goed gaat, zullen ze eind dit jaar beginnen met 2 stralen protonen in die tunnel te spuiten. Door een ingewikkeld stelsel van magneetvelden worden die twee stralen dan versneld tot ze rondtoeren in de tunnel met een snelheid die heel dicht tegen die van licht ligt. De twee stralen zullen naast elkaar rondtoeren (gescheiden door enkele centimeter), maar wel in tegenovergestelde richting. Op die vier plaatsen waar detectoren staan opgesteld, moeten de stralen elkaar snijden. Daar zullen die protonen dus nogal onzacht met elkaar in aanraking komen en zo'n botsing geeft aanleiding tot de productie van een hoop elementaire deeltjes, die men vervolgens probeert waar te nemen met behulp van de detectoren. Het eindproduct van zo'n botsing stelt fysici in staat om wat bij te leren over de fundamentele interacties (krachten) die in de natuur werkzaam zijn. Het ganse project heet LHC ('Large Hadron Collider') en is nu toch al bijna 30 jaar in ontwikkeling.
Wel, het klinkt simpel, maar het ganse project is een sterk staaltje van technologisch kunnen. Eigenlijk is het een mooi voorbeeld van waar de mens op dit moment op technologisch vlak toe in staat is. Het strafste aan gans het project zijn eigenlijk de magneten. De tunnel is namelijk over de ganse omtrek volgezet met magneten, waarbinnen de twee protonenstralen bewegen. Het magneetveld dat nodig is voor LHC is zeer sterk en kan alleen maar gemaakt worden met behulp van supergeleidende magneten. Dat zijn dingen die alleen maar werken bij temperaturen die heel dicht bij het absolute nulpunt zitten. In de praktijk betekent dat dat de ganse ring dient afgekoeld te worden tot -271°C wanneer experimenten plaatsvinden. De detectoren op zich zijn uiteraard ook al een sterk staaltje van technologisch kunnen, net als het informaticasysteem dat LHC ondersteunt.
Enfin, normaal gezien moest LHC al operatief zijn, maar door omstandigheden is dat nog niet het geval. Tegenwoordig beweren ze dat deze zomer de eerste stralen zullen rondtoeren. Volgens insiders is dat echter een beetje positief en zullen ze in Cern al blij zijn als ze het einde van dit jaar halen. Voor diegenen die meer willen weten (ook over wat men nu precies met LHC hoopt te bereiken) : op de website van LHC vind je meer.
En o ja, om toch maar een beetje chauvinistisch te zijn, LHC zou normaal gezien een Belgische Nobelprijs fysica moeten opleveren. Een van de voornaamste doelen van LHC bestaat er namelijk in het zogenaamde Higgs-deeltje te detecteren. In België spreken we liever over het Brout-Englert-Higgs deeltje, naar diegenen die het onafhankelijk van elkaar voorspeld hebben. En laten Brout en Englert nu net twee Belgen zijn...
Cern bestaat voornamelijk uit een hele grote ringvormige tunnel, omtrek van 27km, 100 meter onder voornamelijk de Franse grond. Op vier plaatsen wordt de tunnel onderbroken door enorme ondergrondse fabriekshallen zeg maar, waar reusachtige detectoren in worden geplaatst. Om een idee te geven, de grootste detector bevindt zich in een hal waar ook een kathedraal in past. Wat ze van plan zijn om te doen is eigenlijk redelijk simpel. Als alles goed gaat, zullen ze eind dit jaar beginnen met 2 stralen protonen in die tunnel te spuiten. Door een ingewikkeld stelsel van magneetvelden worden die twee stralen dan versneld tot ze rondtoeren in de tunnel met een snelheid die heel dicht tegen die van licht ligt. De twee stralen zullen naast elkaar rondtoeren (gescheiden door enkele centimeter), maar wel in tegenovergestelde richting. Op die vier plaatsen waar detectoren staan opgesteld, moeten de stralen elkaar snijden. Daar zullen die protonen dus nogal onzacht met elkaar in aanraking komen en zo'n botsing geeft aanleiding tot de productie van een hoop elementaire deeltjes, die men vervolgens probeert waar te nemen met behulp van de detectoren. Het eindproduct van zo'n botsing stelt fysici in staat om wat bij te leren over de fundamentele interacties (krachten) die in de natuur werkzaam zijn. Het ganse project heet LHC ('Large Hadron Collider') en is nu toch al bijna 30 jaar in ontwikkeling.
Wel, het klinkt simpel, maar het ganse project is een sterk staaltje van technologisch kunnen. Eigenlijk is het een mooi voorbeeld van waar de mens op dit moment op technologisch vlak toe in staat is. Het strafste aan gans het project zijn eigenlijk de magneten. De tunnel is namelijk over de ganse omtrek volgezet met magneten, waarbinnen de twee protonenstralen bewegen. Het magneetveld dat nodig is voor LHC is zeer sterk en kan alleen maar gemaakt worden met behulp van supergeleidende magneten. Dat zijn dingen die alleen maar werken bij temperaturen die heel dicht bij het absolute nulpunt zitten. In de praktijk betekent dat dat de ganse ring dient afgekoeld te worden tot -271°C wanneer experimenten plaatsvinden. De detectoren op zich zijn uiteraard ook al een sterk staaltje van technologisch kunnen, net als het informaticasysteem dat LHC ondersteunt.
Enfin, normaal gezien moest LHC al operatief zijn, maar door omstandigheden is dat nog niet het geval. Tegenwoordig beweren ze dat deze zomer de eerste stralen zullen rondtoeren. Volgens insiders is dat echter een beetje positief en zullen ze in Cern al blij zijn als ze het einde van dit jaar halen. Voor diegenen die meer willen weten (ook over wat men nu precies met LHC hoopt te bereiken) : op de website van LHC vind je meer.
En o ja, om toch maar een beetje chauvinistisch te zijn, LHC zou normaal gezien een Belgische Nobelprijs fysica moeten opleveren. Een van de voornaamste doelen van LHC bestaat er namelijk in het zogenaamde Higgs-deeltje te detecteren. In België spreken we liever over het Brout-Englert-Higgs deeltje, naar diegenen die het onafhankelijk van elkaar voorspeld hebben. En laten Brout en Englert nu net twee Belgen zijn...
zondag 13 januari 2008
Verborgen schatten in Lingotto
Lingotto is een begrip in Torino. Het is een gigantisch gebouw, in industriële (van buiten lelijke) stijl dat toebehoorde aan FIAT. Een van de redenen waarom het gigantisch is, is omdat het dak ervan in beslag wordt genomen door het vroegere testcircuit van FIAT. Tegenwoordig is er niet zoveel auto-industrie meer te merken. Een deel van Lingotto wordt ingenomen door de burgies (afdeling automechaniek uiteraard), een ander deel is museum (de indrukwekkende kunstcollectie van de FIAT-bazen), nog een ander deel is gereserveerd voor shoppingcentra.
Het leukste deel is echter gereserveerd voor het foutste woordgrapje dat Italië rijk is : Eataly (zie hier). Eataly is zowat de lokale tempel van de Italiaanse gastronomie. Je vindt er een vreemde mengeling van supermarkten en restaurants. Je kunt er allerlei eet- en drinkbare producten kopen, stuk voor stuk artisanaal geproduceerd volgens aloud Italiaans recept. Geen Bertolli-olijfolie dus, maar wel 100 andere soorten. 't Is niet direct het goedkoopste, maar je vindt er ook wel betaalbare dingen. Het leukste aan Eataly is dat je er ook veel kan proeven. Dit gebeurt niet door de klassieke GB-madammen en -heren die op een klein vuurtje de nieuwste Royco-soep aanprijzen of stukjes kaas en salami presenteren, maar door kleine restaurantjes, die zich kriskras tussen de koopwaar bevinden. Die restaurantjes bestaan uit ronde eilanden, omgeven door een ronde toog en tafeltjes. Binnen het eiland wordt gekookt, aan de toog of de tafels wordt gegeten. De keuze van eilanden representeert een klassieke Italiaanse maaltijd. Je kunt beginnen met het salami-en-kaas-eiland, vervolgens naar het sla-en-soepen-eiland gaan, dan wat rosbief binnenspelen aan het vlees-eiland of wat vis aan het vis-eiland. Afsluiten doe je op het desserten-eiland. Voor degenen wiens beurs wat minder gevuld is met eurobriefjes is er uiteraard ook een pizza-eiland.
Wat mij betreft zijn de kelders van Eataly echter ook meer dan een bezoek waard. Er zijn er twee : een wijnkelder en een bierkelder. En die bierkelder mag er zijn. Voor diegenen die het kennen, je vindt er het 'Lurisia'-bier, volgens de lokale reclame, 'een uitstekend bier van 9°, gebrouwen naar aloude Belgische traditie, op de wijze der trappisten'. Volgens mij : een fluitjesbier dat eerder naar 4° smaakt, de volle rijpheid van een trappist mist en eerder naar een bijzonder flauwe gueuze smaakt. De Italiaanse bieren zijn echter fel in de minderheid in Eataly. Ongeveer de helft van hun selectie bestaat namelijk uit Belgische bieren. Ze kennen er blijkbaar dan toch iets van. Eataly is dus de plaats om hier een voorraad Westmalle, Rochefort, Orval, Achel, Duvel en consoorten op te kopen. Ik moet zeggen dat ik toch wel verrast was door de bieren die je hier kunt vinden. Een Saison Dupont bijvoorbeeld is nu toch niet wat ik hier direct verwachtte, maar ja, ze hebben het. Evenals bijvoorbeeld het kerstbier van Abbaye des Rocs. En, ten bewijze, dit:
Het leukste deel is echter gereserveerd voor het foutste woordgrapje dat Italië rijk is : Eataly (zie hier). Eataly is zowat de lokale tempel van de Italiaanse gastronomie. Je vindt er een vreemde mengeling van supermarkten en restaurants. Je kunt er allerlei eet- en drinkbare producten kopen, stuk voor stuk artisanaal geproduceerd volgens aloud Italiaans recept. Geen Bertolli-olijfolie dus, maar wel 100 andere soorten. 't Is niet direct het goedkoopste, maar je vindt er ook wel betaalbare dingen. Het leukste aan Eataly is dat je er ook veel kan proeven. Dit gebeurt niet door de klassieke GB-madammen en -heren die op een klein vuurtje de nieuwste Royco-soep aanprijzen of stukjes kaas en salami presenteren, maar door kleine restaurantjes, die zich kriskras tussen de koopwaar bevinden. Die restaurantjes bestaan uit ronde eilanden, omgeven door een ronde toog en tafeltjes. Binnen het eiland wordt gekookt, aan de toog of de tafels wordt gegeten. De keuze van eilanden representeert een klassieke Italiaanse maaltijd. Je kunt beginnen met het salami-en-kaas-eiland, vervolgens naar het sla-en-soepen-eiland gaan, dan wat rosbief binnenspelen aan het vlees-eiland of wat vis aan het vis-eiland. Afsluiten doe je op het desserten-eiland. Voor degenen wiens beurs wat minder gevuld is met eurobriefjes is er uiteraard ook een pizza-eiland.
Wat mij betreft zijn de kelders van Eataly echter ook meer dan een bezoek waard. Er zijn er twee : een wijnkelder en een bierkelder. En die bierkelder mag er zijn. Voor diegenen die het kennen, je vindt er het 'Lurisia'-bier, volgens de lokale reclame, 'een uitstekend bier van 9°, gebrouwen naar aloude Belgische traditie, op de wijze der trappisten'. Volgens mij : een fluitjesbier dat eerder naar 4° smaakt, de volle rijpheid van een trappist mist en eerder naar een bijzonder flauwe gueuze smaakt. De Italiaanse bieren zijn echter fel in de minderheid in Eataly. Ongeveer de helft van hun selectie bestaat namelijk uit Belgische bieren. Ze kennen er blijkbaar dan toch iets van. Eataly is dus de plaats om hier een voorraad Westmalle, Rochefort, Orval, Achel, Duvel en consoorten op te kopen. Ik moet zeggen dat ik toch wel verrast was door de bieren die je hier kunt vinden. Een Saison Dupont bijvoorbeeld is nu toch niet wat ik hier direct verwachtte, maar ja, ze hebben het. Evenals bijvoorbeeld het kerstbier van Abbaye des Rocs. En, ten bewijze, dit:
woensdag 9 januari 2008
Examens en voornemens
Examens, het bestaat hier blijkbaar ook. De gangen hier op de universiteit vullen zich dus met zenuwachtige studenten, die zich zomaar ergens op de grond met hun cursussen neerploffen. Daar waar er zich eentje neerploft, komt er algauw nog eentje zich vestigen, met als gevolg dat je al rap op een tiental benen moet stampen als je naar 't wc wil gaan. Tussen het studeren door wordt er vrolijk gezeverd, ge-gsm't en gevreten. Meestal vestigt zo'n groepje zich in de buurt van het lokaal waar ze hun tortuur moeten ondergaan. En ze zitten daar wel enige tijd, vooraleer ze binnen mogen in het lokaal der tortuur. Op het eerste zicht verlopen examens hier ongeveer even ordelijk als de vuilnisophaling in Napels : traag en wanordelijk dus. 't Is wel raar, want als er dan eentje binnen mag, doet die zijn examen (mondelijk, luidop en aan 't bord) gewoon met de deur open, terwijl de rest dus vrolijk meeluistert. Ik begrijp er niet echt veel van, maar zoveel kan het me ook niet schelen :-).
Voor de rest gaat alles hier zijn gangetje. 't Is ondertussen toch al drie dagen dat ik me aan mijn goede voornemen kan houden : mijn koffieverbruik verminderen van minstens 3 tassen per dag naar minstens 2 tassen per dag. Een tip dus voor diegenen die zich aan hun goede voornemens willen houden : formuleer die voornemens op een sluwe manier :-).
Voor de rest gaat alles hier zijn gangetje. 't Is ondertussen toch al drie dagen dat ik me aan mijn goede voornemen kan houden : mijn koffieverbruik verminderen van minstens 3 tassen per dag naar minstens 2 tassen per dag. Een tip dus voor diegenen die zich aan hun goede voornemens willen houden : formuleer die voornemens op een sluwe manier :-).
Abonneren op:
Reacties (Atom)