maandag 24 september 2007

Via Massena 63, 10128 Torino

... is mijn nieuwe adres. Voorlopig nog vrij leeg, maar daar zal misschien verandering in komen... En ja, wederom onder het dak.


donderdag 20 september 2007

Turijn

Een korte, maar accurate manier om Turijn te beschrijven is misschien wel : Franse stad, met Italiaans maniertjes. Frans, omdat Turijn er nu eenmaal niet echt Italiaans uitziet. Geen renaissance gebouwen, heel weinig Romeinse resten, geen smalle straatjes (tenzij in Quadrilatero Romano, een van de charmantste buurten van Torino), maar wel brede lanen (Corsi), en uitgestrekte pleinen, omgeven door barokke paleizen. Italiaanse maniertjes, omdat er nu eenmaal Italianen wonen. Supermarkten zijn er bijzonder klein (in België zouden we zoiets als 'buurtwinkel' aanduiden), dus van die dingen als de Carrefour in Korbeek-Lo heb ik nog niet gevonden. Speciaalzaken (wat in België toch stilaan aan het uitsterven is) vind je er echter nog in overvloed. Dus als je een elektrisch toestel nodig hebt, moet je naar een speciaalzaak, er zijn aparte winkels voor vis, voor brood, voor vlees, voor zoetigheden en ga zo maar door. Een groot ding, waar je alles in een klap kunt vinden, bestaat hier nauwelijks. Ook het begrip 'markt' wordt hier hoog in het vaandel gevoerd. Fans van de wekelijkse markten in België kunnen hier hun hart ophalen. Op mijn voorlopig verblijfsadres is er elke dag een markt. Tevens vindt elke dag (behalve op zondag) op de Piazza della Repubblica de grootste markt van Europa plaats. Turijn is eveneens Italiaans omwille van de Giovanni's en Marina's die in de drukke winkelstraten rondlopen in dure merkkledij (met enig gevoel voor schaamte : Bikkembergs). Huidige modetrend in Italië : opzichtige broeksriemen, waarvan de gesp allerlei onnozele vormen aanneemt (draken, arenden, ik heb er zelfs een gezien die een gesp in de vorm van een pistool boven zijn kruis had hangen).

Feit is dat Turijn in de Po-vlakte ligt, en dus behoort tot het rijkere gedeelte van Italië. Waar België zijn as Antwerpen-Brussel-Charleroi heeft, heeft Italië zijn Po-vlakte driehoek : Genua (havenstad), Milaan (financiële hoofdstad) en Turijn, industriehoofdstad van de driehoek. Pronkstuk van de industrie in Turijn is uiteraard de Fabbrica Italiana Automobili Torino (aka FIAT), verantwoordelijk voor ondingen als de FIAT Panda, maar er zijn nog wel meer dingen te noemen waar Turijn bekend voor is of zou moeten zijn. Zo is er bijvoorbeeld de familie Ferrero. De heren wonen weliswaar niet meer in Torino en verblijven tegenwoordig in Sint-Genesius-Rode, maar na de oorlog zijn ze in Turijn gestart met het fabriceren van allerlei chocoladetoestanden. Door de oorlog was chocolade nogal duur geworden, en dus besliste de oude Ferrero om een substituut te vinden. Dat werd een soort van hazelnootpasta, die gecombineerd met chocolade de wereld heeft veroverd onder de naam Nutella. De familie Ferrero heeft zijn assortiment uitgebreid met dingen als Kinder, Mon Chéri, de Ferrero Rochers uiteraard en nog wel wat dingen.

De industrie bepaalt het huidige leven in Turijn voor een groot stuk. Nogal wat mensen die hier leven, werken voor FIAT of een van zijn toeleveringsbedrijven. Blijkbaar leven hier ook heel wat pendelaars voor Milaan. Het beeld van de stad wordt echter in grote mate bepaald door de familie Savoye en de Fransen. Turijn ontstond eigenlijk als Romeins kamp, toen Juul Cesar in 58 v.C. Ambiorix een poepje ging laten ruiken. Later werd dat kamp een stadje, Augusta Taurinorum. Na de val van het Romeinse Rijk kwamen de Lombarden hier wat spelen, gevolgd door de Franken (Karel de Grote). In de 11de eeuw kwam een groot stuk van Piëmonte (en dus ook Turijn) door de gebruikelijke middeleeuwse trouwpartijen en inteelt in handen van de Savoyes. Die heren, oorspronkelijk leenheren van Bourgondië, hadden ondertussen een adellijke titel verkregen en hebben een bepalende rol gespeeld in de geschiedenis van Turijn. Ze zijn begonnen met hun eigen hertogdommetje op te richten en hebben hiervoor herhaaldelijk een robbertje moeten vechten met de Fransen. Turijn heeft dus verschillende keren andere machthebbers gehad : de Savoyes, de Fransen en ook de Spanjaarden zijn hier wel een aantal keer geweest. In de 17de eeuw bijvoorbeeld, was Turijn in handen van de Fransen. Marie-Christine van Frankrijk had in Turijn enkele geliefkoosde optrekjes. Ze werd 'Madama' genoemd en als je hier rondloopt kun je goed zien dat ze er inderdaad is geweest : er is een Palazzo Madama, er is een Via Madama Cristina en zo meer. Dat Turijn er Frans uitziet is dus niet zo verwonderlijk. In de 18de eeuw was het weer de beurt aan de Savoyes, die ondertussen een koninklijke titel hadden verkregen ('koning van Sicilië' blijkbaar) en werd Turijn een koninklijke hoofdstad. Tijd om nog wat barokke paleizen neer te poten dus. In de 19de eeuw werd Turijn terug Frans onder Napoleon, die zorgde voor de brede Corsi. Na de val van Napoleon en het verdrag van Wenen tenslotte (1815), kwam Turijn terug bij Savoyes terecht. Ondertussen was het tijdperk van Garibaldi aangebroken en begon de Italiaanse eenmaking. Het was de tijd van Verdi en overal in Italië werd bij wijze van graffiti 'Viva VERDI' op de muren gekalkt. Naast 'leve de grote componist', stond dit ook voor 'Viva Vittorio Emmanuele Re D'Italia'. In 1861 was het dan zover : Victor Emmanuel II van Savoye werd de eerste koning van het eengemaakte Italië en Turijn werd de eerste hoofdstad van Italië. Niet voor lang echter, want in 1864 werd de hoofdstad overgebracht naar Firenze en na de inname van Rome in 1870 werd het Rome. Enfin, het gevolg is dat Fransen en Savoyes hier hun sporen hebben achtergelaten in de vorm van straten, pleinen en paleizen, die ondanks het verdwijnen van de hoofdstedelijke bureaucratie, er nog altijd staan. Stilaan kwam de industrie opzetten, kwam communisme in zwang, vervolgens fascisme. Net zoals in België, kwam er na de oorlog een referendum omtrent het voorbestaan van de monarchie. Ze werden hier weggestemd, maar de familie Savoye bestaat nog altijd. Ze worden over het algemeen als oliedom beschouwd, in het bijzonder de 'kroonprins' Filiberto. Er zit er zelfs een in 't gevang voor corruptie of zelfs moord, denk ik. 't Is dus nog altijd een echte, goeie, koninklijke familie.

De echt zware industrie is tegenwoordig aan het terugvallen, maar nu komt het toerisme wel wat meer op gang. De ligging van Turijn is daar niet vreemd aan. Gisteren bijvoorbeeld was het stralend weer en dan is het panorama eigenlijk wel indrukwekkend. De lange, brede lanen laten je toe tot ver buiten de stad te kijken en het zicht op de Alpen is echt grandioos. Wintersport is hier dus populair. Toch barst de streek rond Turijn van de natuurparken, die opgericht zijn om de natuur enigszins tegen het toerisme te beschermen. Maar daar ben ik nog niet aan toe geweest...

dinsdag 18 september 2007

There's something rotten in the state of Sint-Joris-Weert

Gelezen in La Stampa : 'La fine del Belgio non è più tabù.' Zowaar een ganse pagina over de Belgische politieke toestand in een Italiaanse gazet. Interessante en grappige lectuur. Ze hebben het ondermeer over 'Bruxelles-Hal-Vilvorde', slagen erin om het Belgische politieke bestel van gemeenschappen en gewesten uit te leggen en geven een korte geschiedenis van België en het ontstaan van de Vlaamse beweging. Zelfs de quote van Jules Destrée ("Sire, il n'y a plus de Belges.") wordt aangehaald. In het Italiaans klinkt dit als : "Sire, lasciate che Vi dica la verità, l'orribile verità : il Belgio non esiste."

Het grappigst is het bijstukje over de taalproblemen in België. Blijkbaar is er in Sint-Genesius-Rode een paar jaar geleden een begrafenis geweest van een Vlaming, waarbij de priester in het Frans de mis begon op te dragen. 'Grave errore', de mis stilgelegd en opnieuw begonnen in het Nederlands. Het Marseillaise-verhaal van Yves Leterme komt er uiteraard ook in voor ("una gaffe senza ritorno", vinden ze hier). Evenals het bijbehorende verhaal dat geen enkele van de politici wist dat op 21 juli "il re Alberto (sic) giuro fedeltà alla nuova costituzione", wat ik persoonlijk "una gaffe senza ritorno" vind, maar kom. Ze vinden het ook grappig dat je in België hopeloos verloren rijdt als je niet weet dat Bergen hetzelfde is als Mons, of dat je op weg van Brussel naar Aarlen de naam van Luik vier keer ziet veranderen. Uiteraard staat er ook een foto bij het artikel van een meertalig bord ergens in Brussel. In plaats van iets officieels te pakken (verkeersbord ofzo), staat op hun 'cartello multilingue' de heerlijke uitspraak "Een paar pintjes per dag en je blijft aan de slag", "Deux bières par jour, en forme toujours", "A pint or two a day keeps the doctor away".

Het toppunt van alle paradoxen vinden ze blijkbaar terug in Sint-Joris-Weert godbetert. In Sint-Joris-Weert loopt volgens de journalist Marco Zatterin blijkbaar een straat waar ze langs de ene kant Franse kranten lezen, crêpes en croques monsieurs eten, terwijl ze langs de andere kant alleen maar de Gazet van Antwerpen lezen en Waterzooi naar binnen spelen. Marco beweert ook dat, als je langs de Vlaamse kant Frans praat, uw gespreksgenoot fijntjes zal doen alsof hij je niet begrijpt. Tenzij je toerist bent, dan kun je wel op een vriendelijk 'bonjour' rekenen. Asterix, Obelix en Julius Caesar wisten het al : rare jongens, die Sint-Joris-Weerters.

Toch wel leuk om eens de Belgische politiek door een andere bril te zien. Niet zo leuk als door de bril van Herman de Croo, maar kom.

maandag 17 september 2007

Sfeerbeelden van Torino

Kleine straatjes in Quadrilatero Romano

Porta Palatina, het enige Romeinse restant in Torino

Palazzo di Citta

De Po-rivier

Palazzo Madama